Patrick Besseling mag eredivisie fluiten

Er is binnen Next Volley Dordrecht niet eerder iemand geweest die als scheidsrechter bij eredivisiewedstrijden mocht optreden. Nu wel, want Patrick Besseling is onlangs geslaagd voor zijn eredivisie-scheidsrechterstoets. Een mooie gelegenheid om hem te spreken over onder andere de lol van het fluiten. 

Patrick Besseling (51), speler van Heren 6 en ook nog trainer/coach van Meisjes A1 vindt ook nog tijd om nagenoeg elk weekend volleybalwedstrijden te fluiten. "Ik doe dit nu al dertig jaar", begint Patrick "destijds ben ik bij Astrea begonnen en tot op vandaag heb ik er nog steeds lol in. De laatste 2 volledige seizoenen fluit ik op het één na hoogste niveau in de Topdivisie. Daar word ik vaak tijdens een wedstrijd beoordeeld door een beoordelaar/begeleider en ook de teams worden een dag na de wedstrijd gevraagd om hun tevredenheid over de arbitrage via de bond kenbaar te maken. Ik kreeg nu de gelegenheid om een eredivisietoets af te leggen en die kans heb ik aangegrepen. En dus geslaagd." Het bestuur van Next Volley Dordrecht verraste Patrick vervolgens met een bloemetje en felicitaties, want zo vaak komt zoiets binnen onze vereniging niet voor. Sterker nog, in de historie van onze fusieclub is dat niet eerder voorgekomen.

Lol in fluiten

"Ik heb lol in het fluiten van wedstrijden", vervolgt Patrick "en dan vind ik het ook leuk om het hoogst haalbare te bereiken. Nu mag ik eredivisie fluiten, maar helaas word ik daarvoor nog niet aangewezen door de bond. Er zijn vanzelfsprekend meer goede scheidsrechters die op het hoogste niveau in Nederland mogen fluiten en de bond maakt binnen die groep een selectie. Daarbij hanteert men nu de voorkeur voor jongeren en vrouwen. Dat maakt mijn kans als man van 51 om daadwerkelijk op dit niveau te acteren wel klein" lacht hij. "Jammer natuurlijk, maar wie weet komt mijn kans nog wel. De Nevobo houdt namelijk ook een ranglijst bij van arbiters op het hogere niveau. Allemaal gebaseerd op beoordelingen en de tevredenheid van de teams. Als je bij de topdivisiescheidsrechters aan het eind van het seizoen op nummer 1 staat, dan promoveer je automatisch naar de eredivisie. Via die weg kan het dus ook nog."

Een enkele keer hectisch

"Wat ik zo leuk vind aan het fluiten?" vervolgt Patrick "Je bekijkt het spelletje vanaf een heel andere kant, dan dat je als speler of coach bij een wedstrijd betrokken bent. En tijdens mijn eigen wedstrijden als volleyballer in het veld, merk ik dat ik in veel situaties begrip voor de fluitist kan opbrengen. En zeker als je als scheidsrechter op wat lager niveau bij teams van de eigen club betrokken bent, dan is dat niet altijd makkelijk.
Zelf heb ik ook wel eens op hoog niveau een lastige situatie meegemaakt. Ik was bij een wedstrijd als 'tweede' ingedeeld en op een gegeven moment stapte de spelverdeler van de ene ploeg woest onder het net door om vervolgens een speler van de tegenpartij een forse duw te geven. Binnen de kortste keren stonden er 24 man op het veld. Het was even hectisch, maar gelukkig waren de gemoederen even later weer geluwd. Overigens bleek weken later bij de behandeling van de  strafzaak dat de bewuste speler die onder het net doorliep, door een tegenstander verbaal met ernstige verwensingen was toegesproken. Zo bleek in dit geval dus, dat er weer twee kanten aan de zaak zaten."

Voldoening

Patrick reist op een zaterdag soms hele afstanden door Nederland. Er zijn zowel bij de dames als de heren twee topdivisies, dus wedstrijden zijn zeker niet altijd naast de deur. Het fluiten van zo'n wedstrijd gebeurt altijd met een eerste en een tweede scheidsrechter, maar tegenwoordig niet meer met lijnrechters. De eerste en tweede scheidsrechters bij zo'n topdivisie-ontmoeting zijn van gelijkwaardig niveau. De bond bepaalt per wedstrijd wie als eerste of als tweede scheidsrechter gaat fluiten. "Ik vind beide arbitrale rollen prima. Overigens heb ik ook geen voorkeur voor dames- of herenwedstrijden."
"Het leukste aan fluiten is toch wel, wanneer alles prettig verloopt", laat Patrick tenslotte weten "en in bijna alle gevallen is dat zo. Vaak weet ik zelf ook wanneer ik sterk gefloten heb. De bond verlangt na elke wedstrijd ook een zelfreflectie van een arbiter. Als ik die ingevuld heb, en als ik na het weekend dan de tevredenheidsscore van de beide teams toegestuurd krijg, en die zijn goed, dan ben ik zelf helemaal content. Dat geeft absoluut voldoening. Voldoende om de fluit tijdens vele volleybalwedstrijden voorlopig nog wel een tijdje te blijven hanteren."